Schil de aardappelen en verwijder eventuele onevenheden met een mesje. Snijd de aardappelen in dikke plakken en vervolgens in partjes of reepjes, maar net hoe je je frietjes het liefste eet.
Doe de gesneden frietjes in een pan met water, dat kan gewoon koud water zijn. Je zult zien dat het water een beetje troebel wordt van het zetmeel. Giet als alle frieten gesneden zijn het water weg en spoel de frietjes eventueel even na met wat koud water. Door dit te doen voorkom je dat de frietjes zometeen erg aan elkaar gaan plakken.
Doe de frietjes terug in de pan en vul deze met ruim water. Doe daar een snufje zout bij. Breng het water met de frietjes aan de kook en laat deze enkele minuten koken.
Giet de frietjes af. Leg de frietjes uitgespreid op wat keukenpapier, zodat het keukenpapier al het overtollige water kan opnemen en de frietjes zo mooi krokant kunnen bakken. Draai ze eventueel een keer om de andere kanten ook te drogen.
Verwarm op een medium vuur een koekenpan totdat deze echt goed warm is. Laat hierin wat plantaardig boter en olie smelten. Dit mag best een flinke laag zijn, want je wil de frietjes wel mooi bruin laten bakken!
Doe de frietjes als ze goed droog gedept zijn in de hete olie. Pas op dat je niet teveel frietjes per keer bakt, ze moeten goed de ruimte hebben om rondom bruin te bakken. Bak eventueel in twee of drie porties, als de frietjes niet los van elkaar kunnen liggen.
Bak de frietjes gedurende zo’n twintig minuten tot een half uur mooi krokant en bruin rondom. Draai de frietjes tussendoor voorzichtig om en houd in de gaten dat het vuur niet te hoog staat. Wanneer je de frietjes mooi bruin vindt, dan zijn ze goed.
Leg nogmaals een keukenpapiertje klaar, zodat je daar de frietjes nog even op kan laten uitlekken. Bestrooi de frietjes ten slotte met zout naar smaak.